De Zusters van O.L.V.-ten-Bunderen (vanaf omstreeks het jaar 1269)
Moorslede 1269-1578
Frankrijk 1578-1587
Ieper 1587-1785
Moorslede 1785-2004
Zonnebeke 2004 -
varia

 

   Zoek op deze site met FreeFind

 

beluister ClassicNL tijdens het surfen, 128 K stereo

De Augustijnse leefregel in Ieper

Sint Augustinus
Sint Augustinus (eikenhouten wandbeeldje in Renaissance-stijl, klooster Zonnebeke)

Tijdens hun verblijf van haast twee eeuwen in Ieper blijven de zusters trouw aan de kloosterregel van de H. Augustinus, die ze in het "Gasthuis ten Bunderen" in 1473 hebben gekregen van hun toenmalige bisschop, Willem Fillastre van Doornik.

1708 - Door een decreet van de Franse koning Lodewijk XIV is in 1698 het Gasthuis ten Bunderen geschonken aan het O.L.V.-Hospitaal aan de markt in Ieper. Meer details over de historische context kan U lezen op een andere pagina van de website. Directeur J. Th. de Coninck trekt daaruit de logische conclusie: de "Nonnenbunderen" kunnen hun taak van "hospitaliere zusters" voor de opvang van pelgrims niet meer vervullen, want ze zijn hun hospitaal kwijt. Hij vraagt daarom de Ieperse bisschop de Ratabon of de zusters hun "maniere van cleedinghe" mogen wijzigen, het kloosterslot aanvaarden en elke dag het Latijnse Officie (= koorgebed) bidden, kortom dat ze voortaan "reguliere kanunnikessen van St.-Augustinus" worden, met niet langer een "meesteresse" maar een "priorin" aan het hoofd van de communauteit.

de 7 werken van barmhartigheid. Anonieme meester
de 7 werken van barmhartigheid. Schilderij uit het klooster van ten Bunderen in Moorslede.
(Brugge, bisdom, bureau van de bisschop)

1717 - De vicarissen-generaal van het bisdom (waarvan de zetel onbezet is) stemmen formeel in met het verzoek van directeur de Coninck en keuren een aanpassing goed van de kloosterstatuten, behorend bij de Regel van St.-Augustinus. De priorij van Coninckxdaele organiseert voortaan om de 3 jaar een kapittel voor de keuze van een priorin. Elke nieuwe zuster kiest (facultatief sinds 1659) voortaan verplicht een kloosternaam, in de praktijk vaak de naam van een populaire heilige.

de aanhef van de Statuten van 1781/82
de aanhef van de Statuten van 1781/82 (Brugge, archief, bisdom, Y 135)

1781/82 - De statuten van de "Reguliere kanunnikkessen van St.-Augustinus" van de priorij Coninckxdaele"ondergaan opnieuw een aantal aanpassingen. Deze gewijzigde versie, geschreven op 3 losse dubbele bladen, bewaard in het archief van het bisdom Brugge, omvat o.m. volgende bepalingen:

  • Het aantal religieuzen, tot dusver strikt beperkt tot 4, mag uitbreiden "naer het goet duncken van de overste". Deze moet zich evenwel laten leiden door de voorschriften terzake van het Concilie van Trente. De Concilievaders beslisten dat een religieuze gemeenschap slechts mag toenemen in de mate van de eigen financiële draagkracht.

    mediterende jonge vrouw (schets van Leonardo da Vinci)
    mediterende jonge vrouw (schets van Leonardo da Vinci)

  • Zeer snel, al enkele dagen na de intrede van de postulante, volgt de inkleding ("Cleedinge").

  • Na een vol proefjaar (= noviciaat) volgt de professie, waarbij de novice de 3 klassieke kloostergeloften uitspreekt. De formule komt min of meer overeen met die van de statuten van de Doornikse bisschop Willem Fillastre (1473) van
    "eewighe suyverheyt mins lichaems
    gewillyghe aermoede geen eygen te hebben
    onderdaenigheyt aen mijn heer den bisschop van Iper en vrauwe prieuse
    naar den regel van onsen h. vader Augustinus"

    voorschriften voor recreatie, speel-dagen en wijn, volgens het 'Boeckxken van de Gebruyken'
    voorschriften voor recreatie, speel-dagen (sic!) en... wijnconsumptie,
    volgens het "Boeckxken van de Gebruyken" (1781)

  • Kandidaat-zusters moeten - krachtens de besluiten van het Concilie van Trente - minstens 15 jaar zijn bij hun intrede en volle 16 jaar bij hun professie.

    ondervragingsformulier voor de professie van Zr Carolina Verhelst (1778)
    formulier van de ondervraging door kanunnik Vanderhaeghe
    vóór de professie van Anne Marie (Zr Carolina) Verhelst (1778)

  • Eveneens volgens het Concilie moeten de kandidaten, zowel voor de aanvaarding tot de "Cleedinge" (= de oplegging van het religieuze habijt) als tot de "Profes" (= eeuwige geloften van gehoorzaamheid, armoede en maagdelijkheid), een mondelinge ondervraging passeren door een afgevaardigde van de bisschop. Ze moeten antwoorden op de vraag of ze in volle vrijheid het klooster hebben gekozen, of ze lichamelijk en geestelijk geschikt/gezond zijn voor het kloosterleven, of ze voldoende geïnformeerd zijn over de regel en de draagwijdte van de 3 geloften, of ze de vereiste minimumleeftijd hebben bereikt, hoelang ze al roeping hebben, of ze schuldenvrij zijn en of ze geen huwelijksbeloften hebben gedaan.

    St.-Jozef, voedstervader van Jezus (Guido Reni, 1635)
    St.-Jozef, voedstervader van Jezus, de patroonheilige van de kapel in Coninckxdaele,
    voor wie de zusters een diepe verering koesteren (Guido Reni, 1635)

  • Het gezamenlijk koorgebed bestaat uit "het g'heel roomsch officie", nl de Latijnse breviergetijden, zoals die worden gebeden/gezongen in elke abdij. In de praktijk groeit er echter, zoals in vele kloosters in die tijd, een onderscheid tussen

    1. "de religieusen van den choor" (= koorzusters), aangesproken als "masoeur", die het Rooms Officie in het Latijn biddden. Volgens de statistieken van Zr M.-P. Barbaix in haar boek "7 eeuwen ten Bunderen", zijn de meeste zusters in Ieper goed opgeleid en afkomstig uit de gegoede burgerij of uit rijke boerengezinnen. De koorgebeden in het Latijn leveren voor hen geen noemenswaardige problemen op.
    2. "leeke-susters" (afkomstig uit de lagere sociale klassen), die worden aangesproken als "suster". Hun gebeden blijven in het Vlaams.

    Stabat Mater Dolorosa (Rogier Van der Weyden)
    Stabat Mater Dolorosa (Rogier Van der Weyden)

  • De bestaande ascetische oefeningen blijven gehandhaafd, o.m. vasten ("op brood en bier") op Goede Vrijdag en daags voor het patroonfeest van Maria-ten-Hemel-Opneming (15 augustus).

  • De zusters hebben een door het bisdom benoemde directeur, "hunnen ordinarien biecht-vader en gheestelycken leydtsman". Vier keer per jaar, tijdens de quatertemperdagen (= 3 extra vastendagen, van woensdag t/m vrijdag, ter viering van de 4 seizoenen) kunnen de zusters zich wenden tot een buitengewone biechtvader.

de spiritualiteit

aanhef van de 'Coutumier' ofwel 'Boeckxken van de Gebruyken en alle Geestelijke en lichamelijke Exercitien'
aanhef van de "Coutumier" ofwel "Boeckxken van de Gebruyken en alle
Geestelijke en lichamelijke Exercitien" (Brugge, bisdom, archief)

De spiritualiteit, die heerst binnen de communauteit van Ieper, kan men min of meer afleiden uit het "Jaer-boek" (een historische kroniek uit 1781) van priorin Agnes De Wilde, uit de "Coutumier" (= "Boeckxken van de Gebruyken en alle Geestelijke en lichamelijke Exercitien" van 1781) en uit de lijst van geestelijke boeken, waarvan in 1783 een inventaris wordt gemaakt ten behoeve van de Oostenrijkse bewindslui in Brussel. De gemeenschap legt een grote devotie aan de dag voor:

  1. De H. Maagd Maria:

      Hemelvaart en Kroning van Maria
      Hemelvaart van Maria en Kroning door H. Drieëenheid (kazuifel, St.-Maartenskathedraal, Ieper)
      geborduurd door de Zusters van Ten Bunderen-Coninkxdaele in Ieper in 1698

    • Het feest van haar "Ten-Hemel-Opneming" (15 augustus) is en blijft hét patroonsfeest bij uitstek.

      het mirakuleuze beeld van O.-L.-V.-van-Loreto
      het mirakuleuze beeld van O.-L.-V.-van-Loreto

    • de zusters zijn lid van de Moorsleedse "Broederschap van O.-L.-Vrouw van Loreto". Deze werd in 1625 opgericht door Michiel d'Espierre, Heer van Moorslede, en zijn vrouw Caroline de Roblès, na een bedevaart naar Loreto. Volgens de legende zouden engelen het huisje, waarin Maria geboren werd en nadien woonde, vanuit Nazareth daarheen hebben getransporteerd. Het huisje staat nu in de bedevaartkerk Basilica della Casa Santa. Het adelijke echtpaar bracht voor de parochiekerk van Moorslede een copie mee van het wonderdadig zwarte O.-L.-Vrouwbeeld. De Broederschap blijft bestaan tot 1737 en moet dan plaats ruimen voor de Confreries van de Rozenkrans en die van het Scapulier.

    de geseling van Jezus (beeldje uit het ex-filiaal van ten Bunderen in Geluwe)
    de geseling van Jezus (beeldje uit het ex-filiaal van ten Bunderen in Geluwe)

  2. de Passie van Jezus. Dat blijkt uit de keuze van de taferelen op schilderijen, die de muren van het klooster en de kapel sieren.

  3. de H. Jozef. Hij is de patroon van de kapel van Coninckxdaele. Het is daarom niet verbazingwekkend dat - tot op heden - tal van rusthuizen en scholen van ten Bunderen niet aan Maria maar wél aan de H. Jozef zijn toegewijd, die overigens in de Kerk als de beschermer van de (godgewijde) maagden wordt aanroepen.

    borstbeeld van de H. Agatha (1779) uit de kapel van Conincxdaele, bewaard in het huidig hoofdklooster van Zonnebeke
    borstbeeld van St.-Agatha (1779) uit de kapel van Conincxdaele,
    bewaard in het huidig hoofdklooster van Zonnebeke

  4. de H. Agatha. Ze wordt speciaal vereerd sinds ene mevrouw Boonaert het klooster in 1678 haar relieken schenkt aan het klooster. In 1739 wordt een "Broederschap van de H. Agatha" gesticht, waaraan de bisschop speciale aflaten en privilegies verbindt.
  5. het H. Sacrament (onder aanstuwing van vicaris-generaal Johannes Van Roo). Vanaf 1770 is Ten Bunderen-Coninckxdaele opgenomen in de "Broederschap van de gedeurige Aenbiddinghe".

    St.-Ignatius van Loyola
    St.-Ignatius van Loyola (onbekende meester)

  6. de H. Ignatius van Loyola, de stichter van de Jezuïeten-orde. Diens invloed is duidelijk merkbaar vanaf 1721, via de opeenvolgende directeurs. Zo is er er dagelijks een bijzonder gewetensonderzoek, en tweemaal per jaar een driedaagse recollectie en een achtdaagse retraite ("Exercities" genoemd).

    De H. Augustinus met het symbool van het vlammend hart in de hand (Veurne, Zwartzusters)
    St.-Augustinus met het symbool van het vlammend hart in de hand (Veurne, Zwartzusters)

  7. de spiritualiteit van de H. Augustinus, de auteur van de kloosterregel, blijft niettemin doorslaggevend. In 1740 schenkt directeur Proventier aan de zusters de relieken van de H. Augustinus en van diens moeder, de H. Monica.

In de periode dat ze in de Rijselsestraat wonen (1695-1783) leiden de zusters een een vrij beschouwend-contemplatief leven. Hun huis heet "O.L.V.-clooster van den H. Augustinus ten Bunderen geseyt Coninkxdaele binnen de stede van Ipre". Als reguliere Kanunnikessen van St.-Augustinus volgen de zusters een dagindeling , met duidelijk het accent op gezamenlijk koorgebed, meditatie en geestelijke lezingen. Dat is ook de reden waarom ze tijdens het bewind van de Oostenrijkse keizer Jozef II worden bestempeld als "maatschappelijk onnuttig" en uiteindelijk, in 1783, uit hun klooster worden gezet, gepaard gaande met de confiscatie van al hun roerende en onroerende goederen.

Pieta (Michelangelo)
Piëta. Michelangelo, 1499. Vaticaan, St. Pietersbasiliek.

Hun materiële werk bestaat hoofdzakelijk uit het borduren van kerkgewaden en liturgische voorwerpen (antependia, kazuifels, koormantels). Deze worden tijdens het Oostenrijks bewind allemaal verkocht. Een aantal daarvan is nu nog in een aantal kerken en musea te bewonderen, alsmede op deze pagina van de site.

de Verrijzenis van Christus. Schilderij van Hendrik van den Broeck (1519-1597)
Verrijzenis van Christus. Schilderij van Hendrik van den Broeck (1519-1597)

© Willem Wylin - Copyright 2007- . Alle rechten voorbehouden. Contact: E-mail