De Zusters van O.L.V.-ten-Bunderen (vanaf omstreeks het jaar 1269)
Moorslede 1269-1578
Frankrijk 1578-1587
Ieper 1587-1785
Moorslede 1785-2004
Zonnebeke 2004 -
varia

 

   Zoek op deze site met FreeFind

 

beluister ClassicNL tijdens het surfen, 128 K stereo

Het dagelijks leven

Spinnen was een van de vele bezigheden van de zusters. Miniatuur. Londen, British Library
Spinnen was een van de vele dagelijkse bezigheden van de zusters. Miniatuur. Londen, British Library.

Schrijven over het leven van alledag en over de telkens terugkerende bezigheden en taken van de zusters in het middeleeuws gasthuis Ten Bunderen in Moorslede is erg problematisch. De schaarse schiftelijke bronnen (de statuten van 1473 en de kloosterkroniek "Jaer-Boek" van 1783) hebben het er nauwelijks over. Het werkelijk leven speelde zich af binnen het besloten middeleeuws gasthuisdomein, was aan het oog onttrokken van de buitenstaander en in al zijn fijne schakeringen dus niet of nauwelijks vast te leggen.

Men kan slechts een algemeen beeld schetsen, aan de hand van de geschreven en materiele bronnen, beschrijvingen en afbeeldingen in verband met alle gasthuizen en stadshospitalen in onze streken. Gelukkig zijn er de vele middeleeuwse miniaturen en schilderijen die op een kleurrijke en veelal volkse wijze een evocatie brengen van het dagelijks leven in het gasthuis van Ten Bunderen.

overdag

Het koorgebed. Miniatuur. Den Haag, Koninklijke Bibliotheek
Het koorgebed. Miniatuur. Den Haag, Koninklijke Bibliotheek.

De dag van de zusters verliep op het ritme van de getijden. Het koorgebed op geregelde tijden van de dag vormden de kern van het religieus leven. De zusters leefden volgens een vaste dagindeling, bepaald door een aantal gezamelijke gebedsmomenten, waarrond alle andere activiteiten werden georganiseerd zoals werken, eten, slapen, lezen, studeren, individueel bidden, enz. De dag was in hoofdzaak verdeeld tussen gebed en werk. Na het opstaan 's morgens vroeg werden eerst de metten gelezen en de H. Mis bijgewoond. Daarop verzamelden de zusters zich rond de meesteres, die de dagtaken verdeelde. Na het ontbijt gingen de zusters aan de slag. De arbeidstijd ging helemaal op aan

Oude zuster met krukken. Miniatuur, 1540. Châlons-en-Champagne, Musée Communale
Oude zuster met krukken. Miniatuur, 1540. Châlons-en-Champagne, Musée Communale.

  • in het klooster: allerlei huishoudelijke taken zoals kuisen, poetsen, de vloeren vegen en dweilen, koken voor de communauteit, de vaat doen, het vuur onderhouden...
  • in het gasthuis: de passanten opvangen, de bedden opmaken, het eten klaarmaken voor de pelgrims, het beddengoed verversen, wassen en strijken.

    Tafereel op de gasthuishoeve.
    Tafereel op de gasthuishoeve.

  • buitenshuis: werkzaamheden allerhande op de boerderij, de kweek van koeien, varkens, schapen en kippen, handenarbeid in de moestuin, het veld bewerken, naar de markt gaan om zelfgemaakte producten te verkopen of ontbrekende dingen (kledij, schoeisel, etenswaren ...) aan te kopen.

Bij de vrijetijdsbesteding moet men zich niet al te veel voorstellen. In de regel van zowel St.-Augustinus als de H. Benedictus werd ontspanning gezien als "vijand van de ziel". De dagelijkse beschikbare vrije tijd werd door de zusters ingevuld door handwerk zoals spinnen, weven, naaien, breien, linnen verstellen en lezen.

's nachts

Bedden in het O.L.V.-hospitaal in Seclin bij Rijsel, gesticht door gravin Margaretha van Vlaanderen
Bedden in het 13de-eeuws O.L.V.-hospitaal in Seclin, gesticht door gravin Margaretha van Vlaanderen.

's Avonds, na het avondeten, gingen de zusters van Ten Bunderen op het voorgeschreven uur naar de kapel om samen de completen te lezen. Wanneer het klokje van de kapel luidde begaven de zusters zich naar hun "dormter" (=gemeenschappelijke slaapruimte), die ze niet meer mochten verlaten tot 's morgens.

Detail van een schilderij (1578) in het Stedelijk Museum Hof van Busleyde in Mechelen.
Detail van een schilderij (1578) in het Stedelijk Museum Hof van Busleyde in Mechelen.

De statuten van 1473 schreven voor dat de meesteres met haar sleutel (waarvan slechts één exemplaar bestond!) de deur van binnen op slot moest doen en dat er absolute stilte moest heersen (zoals in de kapel en tijdens de maaltijden), die enkel mocht worden doorbroken in noodgevallen, bijv. diefstal of brand: "de meestresse ende niement el zal draghen den slotele om den dormter van binnen te slutene zij zullen ooc alle houden silencie... inden dormtere ten ware dat zij den aermen toespreken moesten". Er bleef de hele nacht een klein lichtje (kaars of olielamp) branden op de slaapzaal.

Slaapzaal van de 13de-eeuwse benedictijnerabdij in Lagrasse (Fr.)
Slaapzaal (dormitorium) van de 13de-eeuwse benedictijnerabdij in Lagrasse (Fr.)

De grootste eenvoud en soberheid werden voorgeschreven. In de statuten (1473) staat te lezen: "zij zullen alle verscheeden slapen in eenen dormtere ghesloten zonder bedden up maeltraets zonder plumen en de zonder lynen lynlakenen in haerleder hemden... maer zy meughen alle hebben oorailleiten met plumen". De zusters hadden zelfs geen bed, ze sliepen elk op een met stro gevulde matras op de grond. Linnen lakens waren verboden. Ze kregen wel een hoofdkussen, dat met pluimen was opgevuld. In tegenstelling tot de leken (die allemaal naakt sliepen in de Middeleeuwen) moesten de religieuzen een nachthemd dragen. Dat was eigenlijk een vorm van penitentie, want het hemd was geweven uit ruwe stof. Enkel in geval van ziekte kon de priores de toestemming geven om zonder kleren te slapen.

© Willem Wylin - Copyright 2007- . Alle rechten voorbehouden. Contact: E-mail