De Zusters van O.L.V.-ten-Bunderen (vanaf omstreeks het jaar 1269)
Moorslede 1269-1578
Frankrijk 1578-1587
Ieper 1587-1785
Moorslede 1785-2004
Zonnebeke 2004 -
varia

 

   Zoek op deze site met FreeFind

 

beluister ClassicNL tijdens het surfen, 128 K stereo

De Beeldenstorm (1566)

de plundering van een kerkinterieur. Frans Hogenberg. Ets. 20 augustus 1566
de plundering van een kerkinterieur (ets van Frans Hogenberg, 1566)

De eerste vlucht van de gasthuiszusters (1566)

Door de uitbreiding van het protestantisme in onze gewesten ging het leven in het Gasthuis ten Bunderen vanaf de jaren 1564-65 niet meer zijn gewone gang. De wegen werden onveilig. Het verzet tegen de Spaanse bezetter zwelde aan. De 7 zusters van de communauteit, geleid door priores Joanna Winnox, hielden hun hart vast.

1566 - Halfweg augustus brak plots de fameuze Beeldenstorm los, op verscheidene plaatsen tegelijk in "het Westkwartier" (= de zuidwestelijke hoek van het graafschap Vlaanderen). Na calvinistische "hagepreken" in Steenvoorde, Hondschoote, Nieuwkerke en Belle (Bailleul) zwermden woedende "bosgeuzen" uit over onze streken. Tijdens hun opmars richting Kortrijk plunderden en verbrandden ze talrijke kerken, kloosters en kapellen. Alle religieuze beelden, versierselen, kunstwerken en liturgische voorwerpen werden stukgeslagen.

De hugenoten vernielden op 23 augustus het meubilair en de beelden in de kerk van Moorslede (maar de kostbaarheden waren vooraf al in veiligheid gebracht). Ook het Gasthuis Ten Bunderen in Moorslede moet het ontgelden: "Alles was g'heel gedestrueert ende verbrant door de vreetheyt der hugenotten", zo lezen we in de kloosterkronieken. De 7 zusters konden nog net op tijd wegvluchten naar een onbekende bestemming.

De terugkeer (1568)

'tyd van oorloge ende troubels'
een "tyd van oorloge ende troubels" in Vlaanderen

1568 - Twee jaar na hun vlucht voor het geweld van de Beeldenstorm keerden de zusters terug naar hun Gasthuis ten Bunderen. Het kloostergebouw en de kapel, geplunderd en verwoest door de beeldenstormers, werden waarschijnlijk niet heropgebouwd. De zusters namen hun intrek in het pelgrimsverblijf. De ontvangstkamer werd de "naaikamer" en de slaapplaats van de passanten was voortaan "de nonnenkamer". De 4 zusters leefden er, volgens de latere kloosterkronieken, "in alsulke armoede dat sy aten een Ey met vieren, Ende namen een steen voor Brander om vier te maken". Nieuwe gevaren bleven hen bedreigen in deze "tyd van oorloge ende troubels".

Toen in 1570 priores Joanna Winnox overleed gaf bisschop Riethovius van Ieper aan de deken van Neerwaasten de opdracht om in het Gasthuis Ten Bunderen toe te zien op de verkiezing door de zusters van een opvolgster. Vanaf nu golden de voorschriften van het Concilie van Trente: de nieuwse priores moest minstens 40 jaar oud zijn en 8 jaar geprofest. Het werd Joanna Wemaers, die tot 1581 de communauteit zou leiden. De bisschop stemde ermee in dat het aantal zusters werd opgetrokken tot maximum zeven.

De opkomst van het protestantisme

Maarten Luther
Maarten Luther (1483-1546)

Tijdens de late Middeleeuwen zijn er in de Kerk allerlei misbruiken binnengedrongen. Veel priesters en kloosters leven niet meer in armoede. Het gewone volk is nog wel diep-gelovig, maar richt zijn godsvrucht te veel op uiterlijke praktijken, aflaten en relikwieënverering. Een grondige hervorming kerkhervorming zich op.

1517 - De Duitse Augustijner-monnik en theoloog Maarten Luther (1483-1546) spijkert op 31 oktober zijn 95 stellingen aan de deur van de Wittenbergse slotkerk en geeft hiermee het startschot voor de Reformatie, die zich in de 1ste helft van de 16de eeuw verspreidt over grote delen van West-Europa. Het Lutheranisme komt de Zuidelijke Nederlanden binnen via de kosmopolitische havenstad Antwerpen, waar Duitse kooplui en ook soldaten de nieuwe protestantse denkbeelden door woord en daad verspreiden.

de Habsburgse keizer Karel V
Keizer Karel V
plakkaat
Plakkaat

1520 - Om de oprukkende Reformatie de kop in te drukken vaardigt de Spaanse keizer Karel V (1515-1555) een aantal steeds strenger wordende "plakkaten" uit. Een 1ste plakkaat (1520) beveelt de inbeslagname van alle Lutherse geschriften. Op ketterse activiteiten, zoals het schrijven, drukken,verkopen, kopen, bewaren en lezen van verboden ketterse boeken, het prediken van "het nieuw geloof", het deelnemen aan ketterse vergaderingen, het huisvesten van ketters enz. staan zware straffen (verbeurdverklaring van bezittingen, verbanning, geldboete, brandmerking, e.d.). Alle in beslag genomen boeken worden in het openbaar verbrand. Een plakkaat van 1529 vaardigt de doodstraf uit voor de ketters "met den zweerde" (onthoofding) of "metten viere" (brandstapel). in 1550 komt het sluitstuk, het zogeheten "bloedplakkaat": alléén al op het bijwonen van ketterse bijeenkomsten, op het lezen en verklaren van de bijbel of zelfs op het onderdak verlenen aan protestanten staat de doodstraf.

Een slachtoffer van de Inquisitie op de brandstapel
Een slachtoffer van de Inquisitie op de brandstapel

1524 - Om de overtreders van de "plakkaten" op te sporen en te straffen stelt de keizer drie, door de paus benoemde, inquisiteurs (= kerkelijke rechters) aan, onder hen Olivier Buedens, proost van Sint-Maarten in Ieper. Vanaf 1546 komen daar nog eens 10 hulp-inquisiteurs bij. Het is hun taak om ketters op te sporen, te bekeren en zo nodig geestelijke straffen op te leggen. Bij volharding worden de ketters (zowel geestelijke als wereldlijke personen) gearresteerd, opgesloten en overgeleverd aan de burgerlijke rechtbank, die het vonnis én de voorgeschreven straf van de inquisiteur, zonder discussie, moet uitvoeren.

de Spaanse koning Filips II
koning Filips II (volgt zijn vader Karel V op in 1555)

Maar de Inquisitie en het repressief beleid van de Spaanse koning Filips II kunnen de doorbraak van het protestantisme in de praktijk niet verhinderen. De plakkaten worden niet altijd en overal even strikt toegepast omdat dit, volgens de inquisiteurs zélf, een waar bloedbad zou veroorzaken. En op tal van plaatsen voeren de wereldlijke magistraten de strenge straffen gewoon niet uit, omdat zij openlijk de protestanten steunen of oogluikend toelaten.

Johannes Calvijn
Johannes Calvijn (1509-1564)

1544 - Steeds meer mensen in onze streken raken in de ban van het gedachtengoed van de Zwitserse hervormer Johannes Calvijn (1509-1564). De meest opmerkelijke doorbraak van het Calvinisme vindt plaats op het platteland van het Westkwartier (Zuid-West-Vlaanderen), in de streek tussen Duinkerke en Ieper. De verspreiding van het Calvinisme wordt er versneld door:

    hagepreek bij Antwerpen. Frans Hogenberg. Ets, 1566
    een verboden hagepreek bij Antwerpen (ets van Frans Hogenberg 1566)

  • Vlaamse ketters, die zijn uitgeweken naar de Noordelijke Nederlanden of naar Engeland (o.m. Norwich en vooral het havenstadje Sandwich). Na een opleiding tot predikant, keren ze, via de havens van Nieuwpoort en Grevelingen, massaal terug uit hun vluchtelingenkerken om het nieuw geloof uit te dragen in hun geboortestreek, via hun zogeheten "hagepreken". Vanwaar die naam "hagepreken"? Uit angst voor repressie van de overheid verstoppen de Calvinistische predikanten zich met hun volgelingen achter hagen en bomen, onder bewaking van een eigen gewapende militie.
  • de nabijheid van Frankrijk. Via de Calvinistische bolwerken Doornik en Valenciennes zwermen vele predikanten uit naar West-Vlaanderen.
  • de bloei van de textielnijverheid, nl de produktie van zogeheten "saaien" (= fel gekleurde lichte goedkopere weefsels die overal in Europa fel worden gegeerd) leidt tot intens handelsverkeer met protestantse industrie-steden, zoals Antwerpen.
  • de liedjeszangers met hun opruiende gezangen, boeken, en pamfletten op markten en pleinen.
  • de openlijke of stilzwijgende steun van vele leden van de landadel.
  • de Rederijkerskamers, die in hun toneelstukken de nieuwe inzichten verwerken van het Humanisme (= geestelijke stroming die zegt dat de gelovige niet moet luisteren naar het gezag van de Kerk maar naar de eigen kritische geest en naar de bijbel).

De 4 bisdommen die West-Vlaanderen bestrijken tussen 1559 en 1802
Vanaf 1559 tot 1802 is het grondgebied West-Vlaanderen verdeeld over 4
bisdommen. Moorslede behoort tot het bisdom Ieper, in de dekenij Waasten

1559 - Wegens de uitgestrektheid van de bisdommen is het niet mogelijk om overal en op systematische wijze de nieuwe leerstellingen te bestrijden. Er zijn meer, kleinere, nieuwe bisdommen nodig. Op aansturen van keizer Karel V en vooral van zijn zoon en opvolger koning Filips II, deelt paus Paulus IV de Nederlandse provincies in in 3 aartsbisdommmen en 15 bisdommen: het bisdom Doornik blijft bestaan, maar moet bijna 2/3 van zijn territorium afstaan aan 3 nieuwe bisdommen: Brugge, Gent en Ieper. De parochie Moorslede en het Gasthuis ten Bunderen vallen voortaan niet meer onder de jurisdictie van het sterk ingekrompen bisdom Doornik, maar van het bisdom Ieper, binnen de dekenij Waasten.

Margareta van Parma
landvoogdes Margaretha van Parma
kardinaal Antoine Granvelle
kardinaal Antoine Granvelle

In datzelfde jaar 1559 wordt Margaretha van Parma door koning Filips II benoemd tot landvoogdes der Nederlanden. De feitelijke machthebber is echter de Mechelse aartsbisschop-kardinaal Granvelle, haar adviseur én vertrouweling van Filips II. Landvoogdes Margareta tracht zonder veel sukses een verzoeningsgezind beleid te voeren.

eedverbond-edelen overhandigen een smeekschrift aan landvoogdes Margaretha van Parma
Eedverbond-edelen overhandigen landvoogdes Margaretha een smeekschrift

1565 - Tal van leden van de verarmde landadel staan ronduit positief ingesteld tegenover "de andersdenkenden". Ze richten het zogeheten "Eedverbond der Edelen" (ook Compromis genoemd) op. In 1566 overhandigt het Eedverbond de landvoogdes Margareta een smeekschrift aan om de harde maatregelen tegen de ketters, zoals uitgevaardigd door de plakkaten, te milderen en de Inquisitie af te schaffen. Maar Filips II blijft onvermurwbaar. Hij streeft naar één centraal rijk met één geoorloofde religie, het rooms-katholicisme. De lutherse en calvinischtische ketters worden daarom verder streng vervolgd en bestraft.

Het Westkwartier (kaart van voor 1680)
Het Westkwartier (kaart van voor 1680)

In het Westkwartier, met name in Nieuwkerke, Belle, Hondschoote, Nieuwkerke, Wijtschate, Reningelst, Mesen, Dranouter, Kemmel en elders, vindt de leer van Calvijn een steeds vruchtbaarder voedingsbodem. De landvoogdes Margaretha verbiedt de hagepreken, maar deze blijven gewoon doorgaan, groeien nog in aantal, worden door steeds meer mensen bijgewoond en worden met de dag agressiever van toon. De predikanten vuren de verpauperde textielarbeiders aan om in opstand te komen tegen het politieke en kerkelijke gezag. De onrust neemt hand over hand toe en kan elk moment omslaan in een uitbarsting van geweld. De wegen zijn overal onveilig. De bedevaarten worden stopgezet en er komen geen pelgrims meer langs in het Gasthuis Ten Bunderen.

de Beeldenstorm (1566)

verspreidinggebied van de Beeldenstorm in Vlaanderen
verspreidinggebied van de Beeldenstorm in Vlaanderen

1566 - In augustus breekt de Beeldenstorm los op verscheidene plaatsen tegelijk in de zuidwestelijke hoek van het graafschap Vlaanderen. Na calvinistische "hagepreken" in o.m. Steenvoorde, Hondschoote, Nieuwkerke en Belle (Bailleul) zwermen woedende "bosgeuzen" uit over een groot deel van Vlaanderen en laten een spoor van vernieling achter in honderden kerken, kloosters en kapellen. Op 23 augustus richten ze in Moorslede grote ravage aan in de parochiekerk en in het Gasthuis Ten Bunderen. De 7 zusters slaan tijdig op de vlucht maar zullen pas 2 jaar later kunnen terugkeren naar hun zwaar gehavende gasthuisgebouwen.

Er zijn verscheidene oorzaken van deze hysterische uitbarsting van geweld.

  • religieuze oorzaken. De Beeldenstorm is vooral een radicale godsdienstige beweging. De plaatselijke geestelijken, die de parochies tot dusver stevig in handen hebben, verliezen hun greep op de situatie. Overigens is hun levenswandel niet altijd even stichtend en hun rijkdom steekt de ogen uit. In tegenstelling tot het Lutheranisme is de leer van Calvijn sterk maatschappij-betrokken en draagt in zich de kiemen van opstand tegen het gezag van de adel en van de geestelijkheid. Dat spreekt de arme bevolkingsdelen sterk aan. De Calvinisten (vanaf 1560 "Hugenoten" genoemd) zijn gewonnen voor een radicale terugkeer naar de bijbel en zijn gekant tegen de hele aflatenhandel en de verering van heiligen. Voor Calvijn zijn de beelden en versierselen in kerkgebouwen en kloosters uit den boze, daarom is een "beeldenstorm" noodzakelijk voor een grondige hervorming en uitzuivering. Vanaf 1562 ageren de Calvinistische predikanten niet langer in het geheim (hagenpreken), maar houden steeds meer hun sermoenen in het openbaar. Ze roepen hun massa toehoorders op om de "afgodsbeelden" uit de kerken en kloosters te verwijderen.

    de Spaanse tirannie in de Nederlanden. Spotprent.
    de Spaanse tirannie in de Nederlanden (spotprent)

  • politieke oorzaken. De tegenstelling tussen rijk en arm, tussen de gewone wevers en de kapitaalkrachtige grote ondernemers. Die (klassen)strijd tegen de machtige rijken keert zich automatisch ook tegen de rijkdommen van de kerk. Het volk wordt door de predikanten tot een opstand tegen het gezag aangevuurd. Daar komt nog bij dat vanaf 1560 de repressie veel harder wordt: velen worden gevangen genomen, verbannen of terechtgesteld, wat de volkswoede alleen maar vergroot. Volgens vrij nauwkeurig cijfermateriaal, dat uit die tijd beschikbaar is, bedraagt het aantal protestanten in het plattelandsgebied rond Ieper ongeveer 20 procent van de bevolking.

    de beeldenstorm (schilderij van Dirck van Delen, 1630)
    de beeldenstorm (schilderij van Dirck van Delen, 1630)

  • sociaal-economische oorzaken. Vooral de teloorgang van de bloeiende lakennijverheid doet het ongenoegen hoog oplaaien onder de middenstanders en arbeiders. De ellendige sociaal-economische omstandigheden waarin het volk leeft worden nog vergroot door mislukte oogsten en door de zeer strenge hongerwinters van 1564 en 1565, die de graanprijzen de hoogte injagen.

Het schrikbewind onder Alva

de hertog van Alva
de hertog van Alva

1567 - De Spaanse koning Filips II is zo verbolgen over de heiligschennissen tijdens de beeldenstorm dat hij de hertog van Alva (bijgenaamd "de ijzeren hertog"), samen met een indrukwekkend keurkorps van 10.000 soldaten, naar de opstandige Nederlanden stuurt om er genadeloos en met onbeperkte macht orde op zaken te stellen. Vrijwel direct na zijn aankomst richt Alva de "Raad van Beroerten" (die men algauw "Bloedraad" noemt) op, die de opstandige ketters stelselmatig opspoort en berecht. Resultaat: zowat 10.000 processen waarvan zowat 1.150 met een doodvonnis. Alva laat 2 populaire kopstukken van de adel, graaf Egmont (heer van Nieuwkerke en Armentières en stadhouder van Vlaanderen) en graaf Horne, arresteren en in 1568 - op beschuldiging van hoogverraad - onthoofden op de Grote Markt in Brussel, wat tot grote onrust onder de bevolking leidt

de Bloedraad, draaischijf van de Spaanse strijd tegen de protestantse rebellen
de "Bloedraad", draaischijf voor de Spaanse repressie van de protestantse rebellie

1568 - Veel protestanten in de Zuidelijke Nederlanden slaan op de vlucht voor het schrikbewind, vooral naar Nederland, Duitsland en Engeland. Anderen blijven ter plaatse en duiken onder, hopend op betere tijden. De protestantse weerstand wordt een soort guerrilla, te water (watergeuzen) en te land (bosgeuzen). De Raad van Beroerten maakt een dagvaarding openbaar tegen prins Willem van Oranje (Willem de Zwijger), die naar Duitsland is uitgeweken en van daar uit troepen aanwerft om de wapens op te nemen tegen Alva. Willem de Zwijger wordt zo de aanstoker van het verzet tegen de Spaanse bezetter gedurende de Tachtigjarige Oorlog (1568 - 1648).

Het verloop van de Opstand in de Nederlanden tegen Spanje (1567-1609)
Het verloop van de Opstand in de Nederlanden tegen Spanje (1567-1609)

koninklijk Spaans garnizoen bij de stad Maastricht. (F. Hogenberg, 1568)
koninklijk Spaans garnizoen bij de stad Maastricht (F. Hogenberg, 1568).

© Copyright 2007- . Alle rechten voorbehouden. Contact: E-mail