De Zusters van O.L.V.-ten-Bunderen (vanaf omstreeks het jaar 1269)
Moorslede 1269-1578
Frankrijk 1578-1587
Ieper 1587-1785
Moorslede 1785-2004
Zonnebeke 2004 -
varia

 

   Zoek op deze site met FreeFind

 

beluister ClassicNL tijdens het surfen, 128 K stereo

Ten Bunderen in Congo - de pioniers (1925-28)

de 5 eerste missiezusters voor hun vertrek naar Basankusu (1926)
de 5 eerste missiezusters vóór hun vertrek naar Basankusu: (vlnr) Zr Praxedis Persyn, Zr Clémentine
Masschelein, Zr Marie-Jeanne Alderweireldt (overste), Zr Pacifica Pieters en Zr Placidia Cornelis

1925 - De Nederlander Gorgonius Brandsma, overste van de missionarissen van Mill-Hill in Basankusu (in de Congolese Evenaarsprovincie), komt naar Europa om er in Londen deel te nemen aan het generaal kapittel van zijn congregatie. Hij grijpt deze gelegenheid aan om op tal van plaatsen in Vlaanderen en Nederland sermoenen en voordrachten te geven over zijn vrijwel onbekende Engelse Mill Hill-congregatie en haar missiewerk in Congo. Overste Brandsma wil met zijn tournee niet enkel financiële steun verzamelen maar ook en vooral kloosterzusters recruteren voor zijn jonge missiegebied.

de Brugse bisschop G. Waffelaert
de Brugse bisschop G. Waffelaert

Tijdens een audiëntie met Gustaaf Waffelaert, bisschop van Brugge, vraagt Brandsma met aandrang om vrouwelijke religieuzen voor zijn missieposten. Op een missiedag in Roeselare, op 7 september, ontmoet hij directeur Verhelst van de Zusters van O.L.V.-ten-Bunderen in Moorslede. Op 23 september schrijft de Algemene Overste, Zr. Veronica Forman, een brief naar de Brugse bisschop met de boodschap dat haar Congregatie de door hem gevraagde missietaak in Belgisch-Congo aanvaardt. Ten Bunderen is daarmee de allereerste diocesane congregatie van het bisdom Brugge die missiezusters stuurt naar Congo! Al op 10 oktober wordt daarover in Moorslede een contract ondertekend met Mill Hill. Afgesproken wordt dat de Bunder-zusters zullen werken in de westelijke zone van het missiegebied van Mill Hill, vanuit de centrale post Basankusu.

Gorgonius Brandsma, Mill Hill-overste in Belgisch-Congo
Gorgonius Brandsma, Mill Hill missieoverste in Belgisch-Congo

1926 - Op 14 januari bespreekt missie-overste Brandsma - inmiddels door de H. Stoel aangesteld tot Apostolisch Prefect van Kavirondo (Kenia) - met de zusters in Moorslede de grondplannen van hun missiegebouwen in Basankusu. De eerste "lichting" van 5 missiezusters wordt op 23 september op het bisschoppelijk paleis in Brugge uitgenodigd door Mgr Waffelaert om er zijn zegen over hun zending te ontvangen.

de 5 eerste missiezusters op de Congoboot 'Anversville II' vlak voor hun vertrek (6 oktober 1926)
de 5 eerste missiezusters op de Congoboot 'Anversville II' vlak voor hun vertrek (6 oktober 1926)

Op 3 oktober is er in Moorslede een plechtig afscheidslof met sermoen en aansluitend een grootse afscheidsreceptie, met toespraken in de conferentiezaal van het pensionaat. Twee dagen later vertrekken de 5 "pioniers", vergezeld van de Algemene Overste, moeder Marie-Elisabeth en directeur J. Verhelst naar Antwerpen, waar ze de nacht doorbrengen bij de Zusters Franciscanessen. Op 6 oktober, precies op het middaguur, vertrekken ze met de Congoboot "Anversville" naar hun onbekende missiegebied, nagewuifd door vele familieleden, vrienden en medezusters. Het afscheid valt zwaar, want in die tijd vertrekken missionarissen nog voorgoed en is van (geregeld) verlof in België nog geen sprake.

de Congoboot Anversville II
de Congoboot Anversville II (gebouwd in 1912)

Aan boord brengen de 5 pioniers hun tijd niet in ledigheid door. Zr Praxedis en Zr Marie-Jeanne volgen lessen in tropische geneeskunde bij een Luikse arts, terwijl Zr Pacifica haar kennis in verband met de tropen doorgeeft aan Zr Placidia en Zr Clémentine. Na een zeereis van 3 weken komen ze op 22 oktober aan in Boma, vanwaar ze 's anderendaags doorvaren op de Congostroom naar Matadi. Ze logeren er 5 dagen bij de paters Redemptoristen (met vijf in één kamer) wegens een oponthoud bij de douanen.

de trein tussen Matadi en Leopoldstad
de trein tussen Matadi en Leopoldstad

het hospitaal van Leopoldstad waar Zr Pacifica en Zr Placidia een stage volgen
het hospitaal van Leopoldstad waar Zr Pacifica en Zr Placidia een stage volgen

Vandaar gaat de tocht op 27 oktober verder met de "witte trein" (waarvan de reizigers door het vele stof, roet en zweten "zwart" aankomen) via Thysstad naar Leopoldstad. Zr Pacifica en Zr Placidia beginnen daar een stage in het stedelijk hospitaal. Pas op 11 november kunnen de 3 andere zusters aan boord gaan van een stoomschip, dat hen naar Coquilhatstad (het huidige Mbandaka) moet brengen.

Bamania, waar 3 van de 5 zusters stage liepen
Bamania, waar 3 van de 5 zusters stage liepen

In Bamania, zo'n 10 km daar vandaan, volgen ze enkele weken een stage bij de (Duitse) "Zusters van het H. Bloed". De zusters krijgen het verzoek om een zieke vrouw uit het hospitaal van Coquilhatstad te begeleiden naar Basankusu. Moeder Marie-Jeanne en Zr. Praxedis bieden zich aan, laten Zr Clémentine achter en vertrekken op 28 december, aan boord van het stoomschip "Chôlet", voor dit onvoorziene verkennende blitz-bezoek aan hun toekomstige missiepost. Onderweg wordt halt gehouden aan de missieposten van de Mill Hill paters in Mampoko en in Bokakata.

een stoomboot uit de jaren twintig op de Maringa-rivier bij Basankusu
en stoomboot uit de jaren twintig op de Maringa-rivier bij Basankusu

Op nieuwjaarsdag 1927 's avonds bereikt het tweetal en de zieke dame Basankusu, waar ze worden onthaald door de pastoor, Fr Aloysius Poell. 's Anderendaags maken de twee zusters een eerste verkenningstocht door de missiepost, o.m. naar de plaats in de brousse waar hun klooster wordt gebouwd. Op 4 januari keren ze met de stoomboot en met de zieke vrouw terug naar Coquilhatstad. Daar krijgen ze het gezelschap van Zr Pacifica en Placidia, die met de boot zijn aangekomen uit Leopoldstad, waar ze met vrucht hun hospitaalstage volgden. Op 8 januari vertrekt de voltallige ploeg van 5 zusters met de stoomboot "Gileppe", ditmaal voorgoed naar de missiepost Basankusu. Onderweg stopt de "steamer" nog een nacht in de Mill Hill missiepost van Bokakata, waar de zusters 's morgens de mis bijwonen en ontbijten.

aankomst van de eerste zusters in Basankusu
aankomst van de eerste zusters in Basankusu met de stoomboot "Gileppe"

1927 - Op 11 januari, om 3 u in de namiddag komen de 5 zusters, aan in Basankusu!!! Met grote vreugde worden ze er aan de kade verwelkomd door de waarnemende overste van de Mill Hill missie, Gerard Wantenaar, en door Fr Poell, pastoor van de missiepost én hun nieuwe geestelijke directeur.

pater Petrus van den Besselaar, stichter van de missiepost Basankusu
pater Petrus van den Besselaar,
stichter van de missiepost Basankusu (1908)
pater Aloysius Poell, pastoor van Basankusu
pater Aloysius Poell, pastoor van Basankusu,
geestelijke leider van de missiezusters(1926)

Op 14 januari staat een bezoek aan de district-commissaris van Basankusu op het programma en 3 dagen later zijn de zusters officiëel te gast bij de Administrateur.

de voorlopige woning van de zusters
de voorlopige woning van de zusters

In afwachting dat het klooster is gebouwd verblijven de zusters in de pastorie, in 2 voorlopige bakstenen huizen, met een kleine kapel, waarin dagelijks de mis wordt opgedragen. Het kost een paar dagen werk om alle kisten en koffers uit te pakken en de inhoud ervan een plaats te geven.

begin van de bouw van het klooster voor de missiezusters
begin van de bouw van het klooster voor de missiezusters

bouw van de 1ste missiepost van de zusters
bouw van de 1ste missiepost van de zusters

Intussen wordt naarstig verder gewerkt aan het nieuwe kloostergebouw, op een plaats midden in de brousse, op zo'n 7 minuten verwijderd van de voorlopige woonst.

Gerard Wantenaar, apostolisch prefect van Basankusu
Gerard Wantenaar, 1ste Apostolisch Prefect van Basankusu

Een drietal weken na aankomst van de zusters, op 9 februari, komt het bericht dat de Basankusu missie is verheven tot Apostolische prefectuur, met pater Gerard Wantenaar als éérste Apostolische Prefect.

Vrijwel direct na hun aankomst stropen de 5 zusters hun armen uit de mouwen en starten entoesiast het missioneringswerk. Hoewel alles nog in primitieve omstandigheden gebeurt, tekenen zich toch al van meteen aan twee hoofdaccenten af in de kerstening: onderwijs en gezondheidszorg. Beide zullen in de loop van de volgende decennia evolueren of ingrijpend wijzigen naargelang van de (tijds)omstandigheden.

onderwijs

een van de eerste klassen van de lagere school in Basankusu
een van de eerste klassen van de lagere school in Basankusu

Een lagere school begint al op 16 januari 1927 in geïmproviseerde klaslokalen met schamel meubilair, onder een afdak, met stukken schalie als lei en stompjes griffels. De 2 zusters gebruiken veel gebarentaal, want ze moeten de Lomongo-taal van de inlanders nog aanleren. In maart staan er al 3 zusters voor de klas, voor in totaal zo'n 100 leerlingen (dan nog allemaal externen). De lagere school heeft haar vlugge succes mede te danken aan een paar historische omstandigheden.

op weg naar school met Zr Praxedis
op weg naar school met Zr Praxedis

  • In Basankusu, hoofdplaats van een district, is een opleidingskamp voor het inlandse leger. De schoolplichtige kinderen (meisjes én jongens) van de soldaten worden elke dag, en dat gedurende twee jaar, met een vrachtwagen bij de zusters gebracht. Zo heeft de school van de missiezusters van meetaf aan een vaste kern leerlingen.

  • De regering verbiedt begin datzelfde jaar dat vrouwen en kinderen nog langer kopal gaan zoeken in het tropisch oerwoud. Door de daling van de kwaliteit en door een overproductie stuikt de prijs van kopal in mekaar op de wereldmarkt. De mensen keren naar hun dorpen terug. De teelt en handel van palmpitten en -olie komt in zwang, in plantages in de buurt van de dorpen. Dit heeft onmiskenbaar een gunstig effect op het missiewerk in het algemeen, en het onderwijs in het bijzonder.


godsdienstonderricht aan doopleerlingen (= catechumenen)

In 1928 starten de zusters met het catechumenaat voor vrouwen, zoals de Mill Hill Fathers al jarenlang in al hun missieposten doen voor de mannen. Ze geven godsdiensles als voorbereiding op het doopsel en/of het huwelijk, en tegelijk brengen ze een aantal huishoudelijke en hygiënische vaardigheden bij.

bouw van het eerste vrouwenverblijf op de missie van Basankusu
bouw van het eerste vrouwenverblijf op de missie van Basankusu

Het aantal catechumenen stijgt soms tot 150, want die uit Kodoro en Waka (die nog geen eigen missiepost bezitten) komen eveneens naar Basankusu. Het is gebruikelijk dat de catechumenen een deel van de dag ook werken in de kloostertuin, helpen bij de was, en klussen opknappen, zoals hout en water aanbrengen.

gezondheidzorg

Al snel doet een niet onbelangrijk deel van de inlanders voor gezondheidsproblemen een beroep op de zusters. Deze nemen enkele initiatieven, die in de loop der volgende jaren, naarmate het aantal missiezusters toeneemt, verder worden uitgebouwd.

  1. Een dispensarium (= medisch consultatiebureau), ondergebracht in een bijgebouwtje van het woonhuis. Voor en na de schooluren komen dagelijks van heinde en verre honderden mensen er naartoe om zich te laten verzorgen of om geneesmiddelen te krijgen van de missiezusters. Van vrienden en kennissen kregen de zusters geneesmiddelen, watten en verbanden toegestuurd.

    de 5 zusters met hun eerste weeskindje Marie
    de 5 zusters met hun eerste weeskindje Marie

  2. Een kinderkribbe. De zusters nemen al heel gauw weeskinderen of babies van zieke moeders op en zorgen er dag en nacht voor. Het gehuil van kinderen in de crèche houdt de zusters soms de hele nacht wakker!


  3. Kinderconsultaties. Zaterdagnamiddag is er buiten, in de schaduw van het woonhuis, consultatie van zuigelingen en van toekomstige moeders. De zusters gaan ook elke week aan huis, inclusief (2 jaar lang) in de woningen binnen het legerkamp.

huishoudelijk werk

in de sprint haalt Zr Pacifica het makkelijk van Zr Praxedis
in de sprint haalt Zr Pacifica het makkelijk van Zr Praxedis

De zusters hebben, naast het onderwijs en de medische hulpverlening, ook nog de zorg over de sacristie: ze staan in voor het onderhoud van de kerkgewaden en voor wassen en strijken van het kerklinnen (van 6 priesters!). Een keer per week bakt een zuster hosties op een houtvuur. Stijfsel maken ze uit maniokwortels, ook de zeep produceren ze eigenhandig (3 dagen lang koken in de brandende zon!), want die van ter plaatse is peperduur en deugt niet. De zusters moeten ook in hun eigen levensonderhoud voorzien. Maandenlang hebben ze geen enkele echte bron van inkomsten. Ze schaffen zich voedselvoorraden aan met de opbrengt van de verkoop van een deel van de zelfgemaakte zeep, 's nachts naaien ze kinderkleedjes, die ze voor 5 fr kunnen verkopen. Geregeld komen de paters van Mill Hill en ook inboorlingen langs met geitenmelk, eieren, een slachtkip, enz.

verhuizing naar het nieuw klooster
De hoofden van de schoolkinderen verhuizen de inboedel naar het nieuw klooster

Op 28 oktober 1928 nemen de zusters hun intrek in hun nieuwe kloostergebouw, dat onder de leiding van de paters en broeders van Mill Hill is opgetrokken, maar nog niet helemaal is afgewerkt. Het kloostergebouw uit baksteen van rode kleiaarde, met sobere cementen omlijsting, vormt een complex rondom een binnenplaats met de waterput in het midden. De kapel met kleine klokketoren tekent zich sierlijk af.

de boerderij van de zusters in aanbouw
de boerderij van de zusters in aanbouw

Achter het woonhuis is ook een boerderij gebouwd. En voorts is er een moestuin (die de opbrengst van zaden uit Europa levert), plantages van palmbomen, proeftuinen voor de leerlingen enz..

de 'stichteres', Zr overste Marie-Jeanne Alderweireldt (1922) Zr Marie-Jeanne Alderweireldt (1922)

de Stichteres van de Congo-missie, Zr overste Marie-Jeanne Alderweireldt, in 1922 (links) en in 1958 (rechts)

© Willem Wylin - Copyright 2007- . Alle rechten voorbehouden. Contact: E-mail