De Zusters van O.L.V.-ten-Bunderen (vanaf omstreeks het jaar 1269)
Moorslede 1269-1578
Frankrijk 1578-1587
Ieper 1587-1785
Moorslede 1785-2004
Zonnebeke 2004 -
varia

 

   Zoek op deze site met FreeFind

 

beluister ClassicNL tijdens het surfen, 128 K stereo

Onafhankelijke stichtingen (begin 19de eeuw)

Gijzegem Dadizele Moorslede Zevekote Klerken

In de eerste helft van de 19de eeuw heeft de groep rond moeder Carolina Verhelst het niet gemakkelijk. Om wat geld te verdienen verzorgen ze zieken thuis of in zieken- en bejaardentehuizen. Zo ontstaan enkele zelfstandige stichtingen, onafhankelijk dus van het moederklooster in Moorslede. Later, vanaf 1850, zullen op tal van plaatsen in West-Vlaanderen systematisch kloosterfilialen (met school) worden opgericht, die wél afhankelijk blijven van de Congregatie.

Gijzegem

het oude 'Spinhuys' in Gijzegem
het nog bewaarde "Spinhuys" in de Dorpsstraat (nu Gijzegem-Dorp) te Gijzegem

barones E. Lecandèle-de Robiano
barones E. Lecandèle-de Robiano
Mgr M. de Broglie van Gent
Mgr M. de Broglie van Gent

In 1818 worden zuster Barbara Cools en haar 17-jarige leerlinge Sophie Engels - eerst voor de periode van één jaar, nadien definitief - afgestaan voor de leiding van een "spinhuys" (armenschool) in het Oostvlaamse Gijzegem. Mgr Maurice de Broglie van Gent heeft hierop aangedrongen bij de plaatselijke barones Elisabeth Lecandèle-de Robiano. Haar vriendin in Dadizele, gravin Marie-Ernestine de Croix - de la Grange, brengt de Gijzegemse edelvrouwe in kontakt met de Zusters van Moorslede, die het verzoek inwilligen. Later krijgt de kleine communauteit versterking van Amelie Pattijn uit Dadizele, een vriendin van Sophie Engels. In 1819 wordt door de verbannen bisschop de Broglie de eerste leefregel goedgekeurd van de "Dienstmaagden der Armen".

luchtfoto van het huidige klooster- en scholencomplex in Gijzegem
luchtfoto van het huidige klooster- en scholencomplex in Gijzegem

De zusters van Sint Vincentius a Paulo te Gijzegem groeien later snel uit tot een zéér bloeiende Congregatie met - aan het einde van de 20ste eeuw - in ons land alléén al 170 leden in 26 gemeenschappen.

Dadizele

het bejaardentehuis in Dadizele
het bejaardentehuis in Dadizele, helemaal rechts vooraan. (Postkaart van voor
WO I, uit het archief van de Heemkundige Kring "Dadingisila")

In 1825 wordt zuster Maria-Anna (Theresia Vansteenhuyze) naar Dadizele gestuurd om er het "H. Familie"-bejaardentehuis te leiden, dat Louise de la Grange, weduwe van graaf Philippe de Croix, lieten bouwen in de Beselarestraat.

het wapenschild van de familie de Croix boven de ingangsdeur van het rusthuis
het dubbelblazoen van de familie de Croix- de la Grange boven de ingangsdeur van het rusthuis
(Foto: Xavier Monteyne, van de Heemkundige Kring "Dadingisila")

Drie jaar later wordt de overleden zuster Vansteenhuyze opgevolgd door haar medezuster Isabella de Wintere. Op 14 oktober 1841 legt pastoor Ghyselen van Dadizele de communauteit van het gasthuis een kloosterregel op. Zuster Isabelle is voortaan medebestuurster. In juni 1860 nemen de Zusters van Liefde van het "oudemannenhuis" van Kortemark de leiding van het tehuis over.

Moorslede

het gasthuis in Moorslede (postkaart, 1878)
het gasthuis in Moorslede (postkaart, 1878)

Vanaf 1825 gaan 2 zusters werken in het plaatselijke "oudemannen huys", toegewijd aan St.-Elisabeth van Hongarije, in de Gentstraat in Moorslede. Het gesticht staat op cijnsgrond van graaf d'Hunolstein van Dadizele. In 1835 wordt het gebouw door o.m. burgemeester Denecker en pastoor Carolus Verhelst geschonken aan de plaatselijke Armendis ("Bureel van Weldadigheid", het OCMW van toen). In 1846 verbleven er 136 bejaarden (80 vrouwen en 56 mannen) in 'tHospitaal.

Doodsprentje van Zr. Amelia Liefhooghe
Doodsprentje van Zr. Amelia Liefhooghe

Omdat de financiele toestand verre van rooskleurig is wordt, in 1861, de onafhankelijke communauteit van 7 zusters - o.w. de stichteres en overste Zr. Amelia Liefhooghe - van het St.-Elisabeth-hospitaal herenigd met het klooster van Moorslede. Op dat moment is het hospitaal een heus filiaal van het moederklooster. Twee van de zusters onderwerpen zich niet aan deze fusie, worden met toestemming van het bisdom ontslagen van hun geloften en keren terug in de wereld. Er wordt ingegaan op een oude wens van het klooster om in het hospitaal voortaan plaats te bieden aan weeskinderen.

het interieur van de hospitaal-kapel voor Wereldoorlog I
het interieur van de hospitaal-kapel voor Wereldoorlog I

Het is na 1861 niet eenvoudig om de preciese rechten en plichten van de zusters in het hospitaal en in het weeshuis te omschrijven. Er slepen nog decennia lang discussies aan over wie het recht heeft om de instelling te besturen: ofwel de zusters, die het meubilair hebben aangekocht, ofwel het gemeentelijke "Bureel van Weldadigheid" dat wettelijk beschikt over het interne controlerecht en aan wie het onroerend goed ooit is geschonken, ofwel allebei.

het hospitaal van Moorslede tijdens Wereldoorlog I (in 1917)
het hospitaal van Moorslede tijdens Wereldoorlog I (in 1917)

Na WO I wordt het bestuur van het wederopgebouwde hospitaal overgelaten aan de Zusters van de H. Vincentius in Torhout.

Zevekote

19de eeuwse postkaart met zicht op de dorpskom van Zevekote
19de eeuwse postkaart met zicht op de dorpskom van Zevekote

1826 - Op vraag van de plaatselijke pastoor Rabaut, gaan Zr. Justina Maes en een medezuster naar Zevekote (Gistel) om er een "Armenschool" te leiden. Ze wonen er in een klein huisje. Door de toename van het aantal leerlingen wordt een nieuw klaslokaal gebouwd.

1827 - De pastoor sticht een bejaarden- en wezenhuis, het zogeheten "Ghiesenhuis", dat op 14 mei wordt ingewijd. De zusters, o.l.v. moeder Justina Maes, hebben het beheer van het gesticht.

19de eeuwse postkaart met 'Het Gesticht' in Zevekote
19de eeuwse postkaart met "Het Gesticht" in Zevekote

1835-38 - Het "Ghiesenhuis" wordt stelselmatig uitgebreid. Het oorspronkelijke aantal bejaarden van 14 is inmiddels opgeklommen tot 40.

1845 - Op 15 januari wordt een klooster gebouwd voor de 8 "Zusters Hospitalieren" (inclusief de 2 stichtsters uit Moorslede). In het daaropvolgende jaar nemen ze van de Brugse bisschop het kloosterkleed aan, leggen hun geloften af en vormen een onafhankelijke diocesane Congegatie van "Zusters van den H. Vincentius a Paulo". Op 14 juni 1850 wordt de nieuwe kloosterkapel ingewijd door pastoor L. Pareyn. En in 1860 ondergaat het kloostergebouw een derde uitbreiding.


Op 19 juli 1911, na het overlijden van de overste, wordt het klooster door bisschop Waffelaert gefusioneerd met dat van de "Zusters van Maria" uit Pittem.

Het klooster tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-18)
Het klooster, de school en het gesticht tijdens Wereldoorlog I (1914-18)

In 1925 worden het klooster, de de bouwvallige school en het bejaardentehuis gesloopt en vervangen door nieuwe gebouwen.

Klerken

de 'plaatse' van Klerken
de 'plaatse' van Klerken

In 1829 gaan 2 zusters van Moorslede, Zr. Maria-Eugenia Bourgeois en Zr. Julia Stragier, werken in het nieuwe gasthuis (= zieken-, wezen- en bejaardenzorg) van Klerken(Houthulst). Dit gasthuis is gesticht en oorspronkelijk gefinancierd door de plaatselijke pastoor Philippus van Caeyseele, die echter al gauw steun krijgt van vermogende particulieren, o.m. de senator en edelman Alex Cassiers uit Houthulst. Daarnaast richt de pastoor een armenschool op. Wanneer het gasthuis in 1835 helemaal is voltooid, schenkt senator Cassiers de eigendommen, waaronder een boerderij, aan de gemeenschap.

de armenschool, het klooster en het gasthuis van Klerken
de armenschool ("weezengesticht") en klooster van Klerken links, het gasthuis rechts
postkaart van voor Wereldoorlog I (foto: Sylvester Beauprez)

Aanvankelijk vormen de armenschool en het hospitaal elk een aparte gemeenschap. Maar in 1841 vormen ze één communauteit. En in 1845 legt de bisschop van Brugge de zusters van het gasthuis en die van de armenschool een gemeenschappelijke diocesane kloosterregel op. In 1851 sticht een van de zusters, Zr Catharina Stragier uit Moorslede, op haar beurt een onafhankelijk klooster in Werken. En in 1859 gaat een andere zuster uit Klerken weg om in Boezinge een nieuwe communauteit te stichten, die vanaf 1870 onafhankelijk wordt van het moederklooster van Klerken.

de armenschool ('weezengesticht')
de armenschool ("weezengesticht") in Klerken voor WO I (foto: S. Beauprez)

Zoals een groot deel van Klerken wordt ook het gasthuis tijdens de 1ste Wereldoorlog (1914-18) vernield, en pas in 1923 heropgebouwd in het centrum, op de plaats waar het nu nog altijd staat. De communauteit van zusters wordt later overgenomen door de Congregatie van de H. Vincentius a Paulo in Gits.

© Willem Wylin - Copyright 2007- . Alle rechten voorbehouden. Contact: E-mail