De Zusters van O.L.V.-ten-Bunderen (vanaf omstreeks het jaar 1269)
Moorslede 1269-1578
Frankrijk 1578-1587
Ieper 1587-1785
Moorslede 1785-2004
Zonnebeke 2004 -
varia

 

   Zoek op deze site met FreeFind

 

beluister ClassicNL tijdens het surfen, 128 K stereo

Het O.L.V.-Hospitaal van Kortrijk (1430)

de zijgevel van klooster van het O.L.Vrouwhospitaal in Kortrijk nu
de zijgevel van het klooster der Augustinessen van het O.L.Vrouwhospitaal in de Budastraat nr. 37 te Kortrijk

de statuten

De kloosterstatuten van het gasthuis Ten Bunderen in Moorslede, het St.-Jorishospitaal in Menen en het St.-Janshospitaal in Wervik werden rechstreeks beïnvloed door die van het het O.L.Vrouwhospitaal van Kortrijk (die op hun beurt duidelijk werden geïnspireerd door de statuten van 1238 van het O.L.Vrouwhospitaal van Doornik).

Handschrift (1430) van de Regel van de hospitaalzusters.
Handschrift van de Regel van de hospitaalzusters (1430).

De oudst bewaarde tekst van de Kortrijkse statuten, "De Reghele van den zusteren van onser vrouwen hospitaele van curtricke", dateert van 1430, en werd gegeven door Joannes de Thoisy, bisschop van Doornik. Maar de zustergemeenschap van het O.L.Vrouwhospitaal in Kortrijk leefde voorheen al volgens de Regel van St.- Augustinus, zeker vóór 1302, want in een pauselijke bul van dat jaar werden ze "sorores ordinis Sancti Augustini" genoemd.

De onderlinge band tussen de kloosterstatuten van Kortrijk (1430) enerzijds en die van Moorslede, Wervik en Menen (1473) anderzijds komt tot uiting bij het vergelijken van enkele specifieke voorschriften, zoals de vereiste minimumleeftijd voor nieuwe leden, het ritueel van de professie en het eten tijdens de vastendagen en - perioden.

Kortrijk: halte op een drukke pelgrimsroute

Het O.L.V.-Hospitaal (rechts, met blauwe stip) op een grondplan van Kortrijk uit 1649 (J. Blaeu, Novum Ac Magnum Theatrum Urbium Belgicae)
Het O.L.V.-Hospitaal (rechts, met blauwe stip) op een grondplan van Kortrijk. J. Blaeu, 1649.

Kortrijk was sedert de (Gallo-)Romeinse tijd een belangrijke nederzetting aan de Leie, gelegen aan de kruising van

  • de heerbaan Boulogne - Kassel - Wervik - Kortrijk - Tienen - Tongeren - Maastricht - Keulen.
  • de heerbaan Oudenburg -Brugge - Doornik. Tijdens de late Middeleeuwen vormde deze een onderdeel van een belangrijke bedevaartsweg, de zogeheten "Henegouwse Weg" ("Doorniksche Baene"). Die vertrok in Brugge en liep via Kortrijk, Doornik, St.-Amand, Valenciennes, Ham, Noyon, Compiègne en Senlis naar Parijs. De "Henegouwse Weg" liep min of meer parallel met een tweede pelgrimsroute vanuit Brugge, de zogeheten "Artesische Weg" ("Arrasche Baene") via Torhout, Roeselare, Moorslede, Menen en Arras naar Parijs.

Kortrijk werd al in 1071, onder graaf Boudewijn IV, bevorderd tot zetel van een kasselrij. De graven hadden er hun burcht, die grensde aan de Leie, op het terrein waar nu de Broeltorens staan. De omwalde stad kreeg in 1190 haar eerste charter van Filips van den Elzas.

de oorsprong van het O.L.Vrouwhospitaal (vóór 1211)

Schenkingshandvest (1211) van ridder Goswijn, Heer van Moeskroen. (Bron: José Vanbossele)
Schenkingshandvest (1211) van ridder Goswijn, Heer van Moeskroen. (Bron: José Vanbossele)

Er is een oorkonde bewaard gebleven uit 1211 waarin ridder Goswijn, Heer van Moeskroen, de inkomsten van een partij land schenkt aan het "armenhospitaal" in Kortrijk. In de tekst laat niets vermoeden dat dit armenhospitaal nog maar onlangs gesticht zou zijn. Daarom mag men veronderstellen dat de stichting in de laatste jaren van de 12de of in de beginjaren van de 13de eeuw kan worden gesitueerd. Het hospitaal is dus, op de St.-Maartenskerk na, het oudste gebouw van de stad Kortrijk!

De middeleeuwse vleugel van het O.L.Vrouwhospitaal in Kortrijk
De middeleeuwse vleugel van het O.L.Vrouwhospitaal in Kortrijk

Het hospitaal stond in de middeleeuwse wijk Buda, op een eiland tussen twee armen van de Leie. Het lag net buiten de stadsomwalling. Dit had wel zijn reden. De bedevaarders en reizigers die 's avonds bij de stad aankwam, nadat de poorten waren gesloten, konden daar onderdak vinden. Het hospitaal (afgeleid van het Latijnse woord "hospitalitas", wat gastvrijheid betekent) stond dus niet alleen open voor zieken, het bood in de beginperiode vooral gastvrijheid (voedsel en slaapgelegenheid) aan behoeftige passanten, met name aan pelgrims, die onderweg waren naar zuidelijke pelgrimsoorden zoals Compostela, Rome en Rocamadour.

Aanvankelijk werden de gasten verzorgd door zowel lekenzusters als -broeders, die vermoedelijk leefden volgens de strenge Cisterciënser-regel. De gemeenschap van 8 lekenzusters in het gasthuis stond onder leiding van een priorin, aan het hoofd van de lekenbroeders stond een prior. De inkomsten kwamen uit aalmozen maar voor het grootste deel uit de opbrengst van domeinen, gronden, hoeven en renten. De communauteit beschikte ook, op de uithoek van het Buda-eiland aan de Reepkaai (waar in de jaren 1990 een nieuwe moderne vleugel werd opgetrokken), over de opbrengsten van een grote kloosterhoeve met stallingen, schuren, een hoenderhof, een molen, een bakkerij, een brouwerij en een wijngaard.

van gasthuis naar ziekenhuis

De binnenkoer van het klooster der Zusters-Augustinessen van Kortrijk
De 17de-eeuwse binnenkoer van het klooster. Op de omlijsting van de poort staat
geschilderd "Zonder vlek ontvangen bescherm uw hospitaal", erboven een nis met Mariabeeld

Later nam het hospitaal ook arme zieken op en was zo het allereerste ziekenhuis in de stad Kortrijk, en een van de oudste van het land. Er was een zaal voor de mannen en een voor de vrouwen, een dokter en een chirurgijn. Er was een kleine apotheek ("potterye") waar men de geneeskrachtige kruiden en oliën mengde en bewaarde. Voor de armen waren onderdak, verpleging en geneeskundige zorg in het hospitaal gratis. De stad betaalde de wedde van de dokter, de chirurgijn en de kapelaan, ook de thuisverzorging van arme zieken. Daartegenover eigende de plaatselijke overheid zich wél verregaande bevoegdheden toe in het interne beleid van het hospitaal.

De communauteit in het O.L.-Vrouwhospitaal leefde, zeker vóór 1302, volgens de regel van Sint-Augustinus. Deze regel was verenigbaar met de taak van verpleging. De religieuzen waren niet gebonden aan een rigide kloosterregel en de getijden waren van relatief korte duur. Passanten die hulp nodig hadden en zieken die huilden van de pijn konden immers niet wachten tot de gebeden van de Metten of de vespers voorbij waren.

Naar middeleeuwse normen was de de verzorging goed: de zieken kregen een degelijk maal met vlees, vis en seizoenvruchten. De zieken die in het hospitaal stierven, begroef men op het hospitaalkerkhof. Wie geen lijkkist kon betalen, werd in stro gewikkeld en in een diepe kuil begraven.

In de hospitaalkapel (voor het eerst vermeld in 1220) was het hoofdaltaar toegewijd aan O.L.Vrouw. Daarnaast was er ook een altaar van St.-Augustinus en één van St.-Cornelius. Deze beide heilige bisschoppen uit de vroege kerk hadden elk een eigen functie. Terwijl de H. Augustinus de zusters bemoedigde door zijn inspiratie, was de H. Cornelius een zeer geliefde heilige in alle hospitalen. Steun van hem werd gevraagd tegen kinderstuipen, epilepsie, kramp, zenuw- en oorkwalen.

de 14de en 15de eeuw

Het neerhof van het O.L.Vrouwhospitaal in Kortrijk. Schilderij van Albert Viaene. (Bron: José Vanbossele)
Het neerhof van het O.L.Vrouwhospitaal. Schilderij van Albert Viaene. (Bron: José Vanbossele).

Na de fameuze Guldensporenslag in 1302 telde men in Kortrijk veel doden en gekwetsten. Ook de sociale onlusten en werkloosheid tengevolge van de Honderdjarige oorlog eisten hun tol. In 1325 werd het hospitaal door brand vernield en 3 jaar later heropgebouwd. Daarbij kwam in 1350 de pest, die in heel Europa talloze dodelijke slachtoffers maakte. Het Hospitaal kon de vele zieken niet aan. Andere locaties moesten ingeschakeld worden o.a. een broeltoren en een lazaret buiten de Brugse poort. In de oorlogen tussen Gent en Kortrijk tegen Lodewijk van Male, in de jaren 1380-1382, leden de eigendommen van het hospitaal veel schade.

In 1454 werd het Buda-eiland opgenomen in de stad dankzij de nieuwe 2,3 km lange stenen omwalling. Zo werd het hospitaal voortaan beschermd tegen mogelijke aanvallen.

de 16de en 17de eeuw

de barokke voorgevel van de kapel en rechts de lange zijgevel van het klooster met de poort naar de binnenkoer
de barokke voorgevel van de kapel plus de zijgevel van het klooster, met poort naar de binnenkoer

Vanaf 1520 verdwenen de broeders en runden alleen de zusters het hospitaal. In 1566 barstte in onze streken de Beeldenstorm los: de gebouwen van het klooster en het hospitaal leden aanzienlijke schade en de zusters moesten vluchten. In 1578 werd de hospitaalkapel totaal leeggeplunderd en verdwenen het zilverwerk en andere kostbaarheden. Tot overmaat van ramp brak in 1581 de pest weer uit, en bezweken bijna 4000 inwoners aan "de zwarte dood".

In 1616 verleende het stadsbestuur financiële steun voor de herstelling van de kapel en de vervallen klooster- en hospitaalgebouwen. Tussen 1651 en 1660 werden alle panden rond de binnenplaats herbouwd of ingrijpend gerestaureerd. Uit die tijd dateert de huidige imposante ingangspoort met een buste van de H. Monica. In 1667 werd Kortrijk ingenomen door de Franse troepen. Het hospitaal lag vol met gekwetsten en bovendien brak opnieuw de pest uit. Jan Palfijn, de beroemde uitvinder van de verlostang, werkte toen als chirurg en gynecoloog in de stad.

de 18de eeuw

Tijdens de oorlog met Oostenrijk haalde het Franse leger de helft van het hospitaal leeg, waar honderden zieke en gewketste burgers en krijgsgevangenen werden verpleegd. Maar in de loop van de 18de eeuw werden het hospitaal geleidelijk uitgebouwd tot zijn huidige toestand. De kapel in barokke stijl was een pareltje van schoonheid. De zusters konden niet vermoeden welke gevaren er dreigden.

Bij de bezetting in 1793 richtten de Franse revolutionairen opnieuw overal schade aan en legden beslag op alle eigendommen van het klooster. De leeggeplunderde kapel werd ingericht als hooimagazijn. De zusters vluchtten naar hun hof in Waregem. Bij hun terugkeer in Kortrijk vonden zij een onderkomen in de Sint-Amands priorij. In 1796 werd het O.L.Vrouwhospitaal onder de voogdij geplaatst van de burgerlijke Godshuizen en deed onder Napoleon dienst als militair hospitaal.

de 19de eeuw

Luchtfoto van het O.L.-Vrouwhospitaal en ziekenhuis op Buda
Luchtfoto van het O.L.-Vrouwhospitaal en ziekenhuis op Buda

Na de slag van Waterloo, onder het Hollands Bewind ( 1815-1830), moest het hospitaal beschikbaar blijven voor militairen. Na de onafhankelijkheid van België (1830) was Zr. Pauline Vuylsteke 50 jaar lang priorin en legde de basis voor een vernieuwd hospitaal en voor de algehele herstelling van de kloosterkapel. Maar tegelijk kende ze veel zorgen want cholera, pokken en typhus teisterden de stad.

de 20ste eeuw

Luchtfoto van het O.L.Vrouwhospitaal in Kortrijk (blauwe stip bij oude voorgevel)
Luchtfoto van het O.L.Vrouwhospitaal in Kortrijk nu (blauwe stip bij de oude voorgevel)

Op 19 april 1937 werden de barokke kerk en de oude delen van het Onze-Lieve-Vrouwhospitaal beschermd als monument. In het salon is nog een gotische haard uit de 15e eeuw, en een zoldering met Rococo stucwerk. Het binnenplein, de voorgevel en kloosterkeuken dateren uit de 17de eeuw. Van het oorspronkelijke gotische hospitaal zijn heden enkel twee gotische bogen op blauwstenen zuilen op de binnenplaats behouden.

Na de grote geallieerde bombardementen van maart en juli 1944, tijdens Wereldoorlog II, lag één derde van de stad Kortrijk in puin. Honderden doden en gekwetsten kwamen terecht in het overvolle hospitaal. Daarbij brak er nog typhus uit.

De naoorlogse jaren brachten een diepgaande omwenteling teweeg in het hospitaalleven. Er was een immense vooruitgang op medisch, sociaal gebied. Vanaf 1952 werd een volledig nieuw hospitaal gebouwd. De communauteit groeide aan, alle zusters werden gediplomeerde verpleegsters.

de 21ste eeuw

Het moderne gedeelte van Campus Onze Lieve-Vrouw, in schril contrast met het oude O.L.Vrouwziekehuis, waar het tegenaan is gebouwd
De moderne vleugel van de "Campus Onze Lieve-Vrouw", in fel contrast
met het oude O.L.-Vrouwziekehuis, waar het tegenaan is gebouwd

In 2003 fuseerde het Onze-Lieve-Vrouwehospitaal - voortaan "Campus Onze Lieve-Vrouw" genoemd - met 3 andere Kortrijkse ziekenhuizen: de kliniek Maria's Voorzienigheid, het Sint-Niklaasziekenhuis en het Sint-Maartenziekenhuis. Samen vormen ze nu het AZ-Groeninge. De zusters zijn niet meer actief in het ziekenhuis. Ze wonen nog steeds in het klooster in de Budastraat nr. 37, waar ze in 2010 met gepaste luister hun 800-jarig bestaan vierden.

© Willem Wylin - Copyright 2007- . Alle rechten voorbehouden. Contact: E-mail