De Zusters van O.L.V.-ten-Bunderen (vanaf omstreeks het jaar 1269)
Moorslede 1269-1578
Frankrijk 1578-1587
Ieper 1587-1785
Moorslede 1785-2004
Zonnebeke 2004 -
varia

   Zoek op deze site met FreeFind

 

beluister ClassicNL tijdens het surfen, 128 K stereo

Compostela - pelgrimsroutes vanuit Frankrijk


Aléén al om puur geografische redenen leiden alle Europese pelgrimswegen over land naar Santiago de Compostela...doorheen (of vanuit) Frankrijk. Dat was in de Middeleeuwen niet anders. In de beroemde 12de-eeuwse "Gids van de Pelgrim" (onderdeel van de "Codex Calixtinus" ook "Liber Sancti Jacobi" genoemd, waarvan een handschrift wordt bewaard in het archief van de kathedraal van Compostela) is er sprake van 4 hoofdassen die Frankrijk doorkruisten om naar het heiligdom van St. Jacobus in het verre Galicië in Noordwest-Spanje te gaan. Aimery Picaud, een monnik afkomstig uit Partenay-le-Vieux (Poitou), is de vermoedelijke auteur van deze gids. Al in de openingszin van zijn pelgrimsboek heeft Picaud het over 4 wegen: "Quatuor viae sunt... ad Sanctum Jacobum tendante", die de pelgrims in zijn tijd volgden, al naargelang van hun geografische herkomst.

de aanhef van de 12de-eeuwse Gids van de Pelgrim
de aanhef van de 12de-eeuwse "Gids van de Pelgrim", die de 4 Franse bedevaartswegen beschrijft

De "Gids van de Pelgrim" (geschreven omstreeks 1140) is een onschatbaar historisch document omdat het niet enkel allerlei kleurrijke details geeft over de 4 belangrijkste reiswegen en over de streken die men in Frankrijk doorkruiste, maar ook de heiligdommen beschrijft die men langs die 4 wegen tegenkwam. Het is bovendien een erg praktische reisgids die héél concrete informatie levert over de taal, de plaatselijke gewoonten, de goede en slechte herbergen, de logiesmogelijkheden, de bevoorrading van eten en drinken, de verplaatsingsmogelijkheden, de etappeplaatsen, enz.

20ste-eeuwse kaart met de bedevaartswegen in Frankrijk
20ste-eeuwse kaart met de bedevaartswegen in Frankrijk

De 12de eeuwse Gids liet de 4 "Viae sancti Jacobi" (in het Frans "Routes de St.-Jacques", in het Nederlands "St. Jakobswegen") vertrekken vanuit een bekend pelgrimsoord: Tours, Arles, Vézelay en Le Puy. In deze 4 grote vertrekpunten verzamelden zich de pelgrims, komend vanuit alle uithoeken van Frankrijk en uit alle overige Europese landen en streken, inclusief Vlaanderen.

de 4 St. Jacobuswegen

    De Via Turonensis, vertrekkend in Tours met proloog-etappe vanuit Parijs
    de "Via Turonensis"", vertrekkend in Tours met proloog-etappe vanuit Parijs

  1. De "Via Turonensis", de meest noordelijke weg, vertrekkend uit Tours. Deze route wordt elders op deze site vrij uitgebreid beschreven op aparte pagina's. In de praktijk begon deze route al in de verzamelplaats Parijs. Vandaar ging het via Orleans (of langs Chartres) naar Tours, Poitiers en Bordeaux en zo verder zuidwaarts naar Ostabat. De pelgrims afkomstig uit het huidige West-Vlaanderen maakten overwegend van deze Sint Jakobsweg gebruikt.

    De Via Lemovicensis, Vézelay als startplaats
    De "Via Lemovicensis", met Vézelay (Bourgondië) als startplaats

  2. De "Via Lemovicensis", de zogeheten Bourgondische route met Vézelay als startplaats. Deze weg, ook "Via Limosina" geheten, liep via Nevers en Neuvy-Saint-Sépulchre (ofwel via La Charité-sur-Loire en Bourges), naar Saint-Léonard-de-Noblat, Limoges en Périgueux om uit te komen in Ostabat.

    de Via Podiensis, vertrekkend vanuit Le Puy-en-Velay
    de "Via Podiensis", vertrekkend vanuit Le Puy-en-Velay

  3. De "Via Podiensis", ook de Auvergne-route ook genoemd, vertrok uit het bekende Mariaoord Le Puy-en-Velay in het Centraal Massief en liep via Conques en Moissac naar Ostabat.

    de Via Tolosana met Arles als vertrekplaats
    de "Via Tolosana" met Arles als vertrekplaats

  4. De "Via Tolosana", ook "Via Arletanensis" of "Via Egidiana" geheten was de meest zuidelijke weg, met vertrekpunt in Arles. Hij was vooral in trek bij de bedevaarders uit Italië, Zwitsersland, oostelijk Europa (o.m. Hongarije) en de Balkan. Het traject ervan liep dwars door de Provence, via St. Gilles-du-Gard, Saintes-Maries-de-la-Mer, St.-Guilhem le-Désert, Montpellier en Toulouse (St. Sernin) tot aan de oostelijke Pyreneeën.

De 3 noordelijke St. Jakobswegen kwamen alledrie samen aan de "Carrefour de Gibraltar" bij Ostabat, in Frans Baskenland, aan de voet van de westelijke Pyreneeën. De gezamenlijke weg liep vervolgens over de Pyreneeën, via de 1057 meter hoge Port de Size-pas, ook Col d'Ibaneta genoemd, om aan te komen in het Spaanse Roncesvalles (vroeger Roncevaux geheten). Daar begon de "Camino Navarro", de Navarrese Weg die leidde via Pamplona naar Puente La Reina. Ook dit traject wordt op een afzonderlijke webpagina meer in detail beschreven.


De zuidelijke "Via Tolosana" (met vertrekpunt in Arles) passeerde de oostelijke Pyreneeën, via de lastige 1640 meter hoge Col du Somport, met zijn ooit vermaarde berghospitaal Santa Cristina, dat nu helemaal is vervallen). Aan de overkant, in Spanje, begon dan de "Camino Aragonés", de Aragonse Weg via Jaca, San Salvador de Leyre en Sanguesa naar Puenta la Reina. Daar vloeide de weg samen met die van de 3 noordelijke Franse St. Jakobswegen. Vanaf Puente la Reina vormden de 4 grote Franse pelgrimswegen dus nog slechts één route, de "Camino francés" om westwaarts te trekken naar Compostela, 800 km verderweg.

nuanceringen

de 4 Franse Compostela-routes en de vele alternatieve wegen
kaart met de 4 Franse Compostela-routes en de vele alternatieve wegen
(R. de la Coste-Messelière, 1985)

De bedevaarders maakten tijdens hun tocht naar het zuiden doorheen Frankrijk graag gebruik van de 4 St. Jacobuswegen, alléén al omdat die meer werden bewandeld en dus veiliger waren. Ook omdat ze langs die grote assen véél heiligdommen tegenkwamen en elke avond slaap- en eetgelegenheid vonden in kloosters, gasthuizen en herbergen. Maar deze 4 wegen waren uiteraard niet exclusief aangelegd of verplicht voor Compostela-pelgrims! De 12de-eeuws Jacobusgids, geschreven in het latijn, mocht dan wel richtingevend zijn, hij was nagenoeg niet bekend bij de gewone (ongeletterde) reizigers. Men mag dus absoluut niet denken dat de middeleeuwse pelgrims slaafs en blindelings deze 4 hoofdwegen volgden. Niets is minder waar. Ze konden immers beschikken over andere en nieuwere reisgidsen die, na de uitvinding van de boekdrukkunst (halfweg 15de eeuw), een grotere verspreiding kenden.

het netwerk van Romeinse heerwegen
het netwerk van romeinse heerwegen in België en noordelijk Frankrijk.
Het Gasthuis Ten Bunderen in Moorslede is geel aangestipt.

Men moet er overigens rekening mee houden dat tijdens de late Middeleeuwen in héél Europa, ook onze streken, een vrij dicht netwerk van wegen ontstond, waarvan niet enkel de bedevaarders, maar ook handelslui, militairen, postmannen, gezanten, kunstenaars, enz. dankbaar gebruik maakten. Bovenop het bestaande netwerk van Romeinse heerbanen werden vanaf de 11de en vooral vanaf halfweg de 12 de eeuw inderdaad talloze nieuwe verbindingswegen aangelegd tussen steden, dorpen, abdijen, kastelen en heerlijkheden. Die nieuwe "secundaire wegen" creëerden vele parallel lopende of verbindingsroutes, die afweken van de 4 hoofdassen doorheen Frankrijk.

het netwerk van middeleeuwse pelgrimswegen in België en N.-Frankrijk
het netwerk van middeleeuwse pelgrimswegen in België en N.-Frankrijk (André Georges, 1971).
Het rode stipje duidt de plaats aan van het Gasthuis Ten Bunderen in Moorslede.

De pelgrims weken onderweg dus al eens af van het geëffende pad om een heiligdom te bezoeken, bijv. de Zwarte Madonna van Rocamadour. Ze werden soms ook gedwongen om een ommetje te maken of een alternatieve weg te bewandelen in streken waar oorlog heerste. Tal van bedevaarders, vooral dan de veroordeelde strafpelgrims, namen allicht een kortere "binnenweg" (bijv. de kustweg in de Landes) om sneller in Compostela aan te komen, zonder zich verder te bekommeren om de heiligdommen die ze zo onderweg misten.

© Willem Wylin - Copyright 2007- . Alle rechten voorbehouden. Contact: E-mail